Er komen echter andere wolken opzetten aan het firmament. Het café bij Cunnen wordt gesloten en de doel moet een nieuw onderkomen zoeken. Frits en Truus zijn op vakantie in Oostenrijk als hen ter oren komt dat de handboog niet meer terecht kan in het welbekende café op het Nijken. Ze komen terstond naar huis om met Mieke te gaan praten. Zij heeft inmiddels kennis aan Jan Neuen en dat resulteert in het stoppen van het café daar Jan andere ambities heeft.
Het toenmalige bestuur gaat de Roggelse cafés langs om ergens onderdak te krijgen voor de vereniging, maar krijgt nul op het rekest. In geen enkel Roggels café is plaats voor handboogvereniging “De Heidebloem”. Er moet dus wat anders verzonnen worden wil ”De Heidebloem” deze impasse overleven. Er zit op den duur niets anders op dan grond aan te kopen en dan maar voor onszelf te gaan beginnen. Er worden renteloze “aandelen” verkocht voor Fl. 100,-- per stuk en het bestuur stelt zich garant voor het risico, wat de redding is voor de vereniging.
Via de weduwe Vullers, een goede kennis van zijn moeder, kunnen we een stuk grond aan het Nijken kopen van de familie Vullers. Frits praat veel met de burgemeester en krijgt medewerking van de gemeente. De buurt Nijken, Asbroek, Strubben, verder NAS genoemd is immers ook gebaat bij een vervanging van het café.
Het is allemaal een heel geregel en echte subsidie in geldelijke vorm is niet in zicht. We krijgen echter volle medewerking inzake nutsvoorzieningen en ook afbraakmaterialen van het pand Hendriks op de Bos mogen we hergebruiken. Op deze manier hebben we toch een tegemoetkoming in de kosten en gaan we aan de slag.
Pierre van Horne maakt de bouwtekening. Alle leden komen helpen en omdat de ondergrond te nat is voor machines, we zitten immers op de plaats van de oude “Leimskoele” moet alles met de hand uitgegraven worden. Hierover kunnen we in het hoofdstuk verenigingslokaal meer lezen.
Gelukkig maak je samen ook veel leuke dingen mee. Je bent trots op wat je bereikt en je bouwt op tijd samen een feestje. Ook kun je vaak met elkaar lachen en dat is wat telt.
Truus haalt direct de herinnering aan diverse rommelmarkten op:
“Ja dames en heren, neem mer mèt die spulle, steun de vereniging, Gae valtj uch geine bultj, want bevaltj ut uch neet mieër den haole wae ut euver twieë jaor weer biej uch op”.
Veel plezier heeft ze beleefd aan de verkoop van de soms zeer diverse spullen. En door de samenwerking binnen de vereniging is er met elkaar ook een fijne band.
Als vereniging zijn we er trots op dat we via de internetpagina onze waardering voor zoveel toewijding en inzet kunnen laten blijken.
|