De Gebroeders Joosten
Binnen handboogvereniging ‘de Heidebloem’ spelen verschillende familie verbanden een belangrijke rol. Eén van de families, is de familie Joosten, van Bommels Sjra. Bijeen gekomen voor een avondje bomen over “De Heidebloem” zijn Frits, Lowie, Wim en Peter samen goed voor zo ongeveer 161 jaar lidmaatschap. Ook vader Sjra zaliger was vroeger lid van “De Heidebloem”.
Als je samen praat over handboogschieten valt het op, dat de eerste interesse in de kindertijd al wordt gewekt. Bij Frits, Lowie, Wim en Peter is dit ook het geval. Er werd bij hen thuis ook geschoten door hun vader en wie wil er als kleine jongen nou niet met de grote mensen mee doen? Bovendien vertelde 'Bommels Sjra” verhalen over het op concours gaan. Meestal ging dat gepaard met het drinken van ettelijke glaasjes bier. De heren werden dan al gauw overmoedig en op de terugweg naar huis, al of niet met de fiets, riepen ze dan: “Moeders let op uw dochters”.
Het spelen met zelfgemaakte pijl en boog gaat meestal vooraf aan de kennismaking met materialen die binnen de handboogvereniging gebruikt worden. Samen met het maken van vuur en het uitvinden van het wiel, wordt het handboogschieten als één van de oer verworvenheden van de mens gezien. Pijl en boog vinden we immers terug op alle continenten. Ze worden al tientallen eeuwen gehanteerd. De jeugd wordt hierdoor gefascineerd en gaat op zoek naar een mooi stuk hout om zelf een boog te maken. Een stuk touw dient als pees en viola je kunt je eerste ervaringen op doen. Natuurlijk zijn pijl en boog vandaag de dag niet zo belangrijk meer. Veel kinderen komen ook niet meer toe aan het spelen ermee, omdat men veel minder buiten speelt dan vroeger. Vandaar dat het vaak leerzaam is om kinderen mee te nemen naar een concours. Hier hebben veel hedendaagse schutters kennis gemaakt met de handboogsport.
Niemand van de heren viert dit jaar toevallig een jubileum ook al is de kennismaking van Lowie en Wim met “De Heidebloem” wel op het concours van 50 jaar geleden in de wei bij van den Boogaart. Zij zijn erbij als pijlendrager. Later krijgen ze samen een boog, waarmee ze gaan schieten. Frits Joosten komt eerst met een vriendengroepje mee, waarvan Jos en Frits Levels en Har Klompen deel uitmaken.
Als kind schieten de heren achter het huis, maar later gaan ze allemaal naar het Nijken alwaar “De Heidebloem” gevestigd is. Sjra Simons, de vader, past in die tijd een beetje op de jongens, later is dat vaak omgekeerd het geval. Bij Cunnen kan je in die tijd pennywafeltjes kopen en ook dat is een aantrekkelijk gegeven voor de jongens. Het is de tijd van op en neer schieten in de zomer. Tegen de muggen stookte men zaagsel met petroleum en van de walm die daardoor ontstond, werden niet alleen de muggen onpasselijk.
Het is 1965 en Frits werkt met Sjra Simons en Wulmke van Heur in de werkplaats aan nieuwe schermen voor de nieuwe doel. De schermen worden van boven uitgefreesd om het water er makkelijk langs te laten lopen. Ze worden uitgevoerd in het groen met een witte bovenkant. De schermen worden vastgemaakt aan beton met een u-profiel. Later bouwt de vereniging een gemetselde doelkast op grond van de familie Baetsen. Jan Smets is degene die metselt, maar Frits weet zich nog goed te herinneren dat hij het timmerwerk voor zijn rekening nam. Ook later bij de bouw van het eigen lokaal zijn de heren Joosten volop in touw als bouwvakkers. Het waterballet, het ploeteren in de modder, maar vooral het niet opgeven is hen goed bijgebleven.
|