verhalen-1

Vele Verhalen van en over Schutters van de Heidebloem

Inventief (bron: Wiel van Rijt)

Wat moet je als de pees telkens weer kapot gaat door de scherpe randen, die een stalen boog nou eenmaal heeft. Nou, Wiel van Rijt wist hier wel wat op te verzinnen. Hij zette er gewoon een stalen pees op, gemaakt van de koppelingskabel van een brommer. En geloof het of niet de boog leeft na al die jaren nog steeds en verkeert nog steeds in perfecte staat. Er wordt alleen niet meer mee geschoten

Die arme poes (bron: Jan van de Beuken)

Bij Scheene Maan op het Strubben werkte voor de oorlog een knecht, die Sjefke Flipsen heette. Hij was een fanatieke schutter, maar helaas hij raakte zelden het blazoen. Op een zondagmiddag was hij weer eens bij Scheene Maan wat aan het oefenen, terwijl Maan stond te kijken. Net op het moment dat Flipke schoot, liep de kat van Maan onder de schijf door en werd vol getroffen!! Maan flipte een beetje: “Mer potverdikke, merde, sakkerdju, Waal mien kat kapot sjeete en väör de rest allein mer gaater in de locht. Vanaaf noe is det dus aafgelaupe… “.

Op de fiets naar Venray (bron: Lei Sijbers)

Ergens rond 1946, op kermiszondag, was er een concours in Venray. Om ongeveer 10.00 uur werd ‘s morgens met de fiets vertrokken. ‘s Nachts rond 04.00 uur kwam men pas thuis. Op de terugweg werd in verband met regen nog geschuild in een turfschuur in Koningslust.

David en Goliath (bron: Louis Claessen)

Na afloop van een wedstrijd bij Truuske Wetemans te Leveroy, ging het “oze” huidige voorzitter Ad Goossens van Riek van van Rijt niet snel genoeg. Ad had enorme zin in een ijsje en aangezien Truuske even geen tijd had, was Ad zo vrij het ijs zelf uit de diepvries te pakken. Tijdens het afrekenen gaf Ad (1.88 mtr) te kennen, dat hij zelf ijs uit de diepvries had gepakt, waarop Truuske (1.52 mtr) antwoordde: “Det haet d'r väörige waek auch eine gedaon en dae laeftj noe neet mieër”.

Baas boven baas (bron: Louis Claessen)

Tijdens een wedstrijd in Baexem de geboorteplaats van Jan Hölgens, schutter en kastelein van het stamcafé van “De Heidebloem”, liep de gebruikelijke stimulans: “As dich zoeaväöl puntje sjuuts den gaef ich ein röndje”, een beetje uit de hand. De bestellingen liepen namelijk zo hoog op, dat er op een gegeven moment 2 dienbladen bier werden besteld en een “hörtje eier” en dat voor 6 man! Niet verwonderlijk, dat dit zestal een beetje misselijk van de eieren was.

In bed liggen gevaarlijk? (bron Jeu Hendriks)

Een schutter raakte eens een kap welke het doelpak moest beschermen tegen regenwater. De pijl ketste af en kwam via het openstaand slaapkamerraam terecht in de bedplank van Cunnen Graad. Gelukkig lag Graad niet in bed!

Hoog en veilig (bron: Louis Claessen)

Na afloop van een concours in Maasniel deden De Heidebloemers een frietkraam aan. Eentje begon een frietje bij de ander te pikken, de ander pikte weer een frikandelletje en zo begon een ware frietkraam oorlog. Jack Jeurninck overzag de veldslag en kroop om zijn kroket in veiligheid te brengen met gezwinde spoed in een lantaarnpaal, waar hij op zijn gemak zijn kroketje op at.

Kas spekken (bron: Lei Baetsen)

Vlak na de oorlog in 1948 werd er een concours georganiseerd bij Cunnen in de wei. Een fietsenstalling werd ingericht bij het “paedje” naast de woning van Wulmke van Heur. Tegen geringe betaling, werd er zelfs voor bewaking gezorgd door Lei Baetsen (Lei vanne Sjmead), Piet Heijnen (Polle Sjeng) en Harrie Heijnen (Polle Bert). “Die van De Heidebloem die weite auch äöveral geldj oet te slaon”, was het commentaar van de bezoekende verenigingen.

De opening (bron: Jo van Rijt)

Net voor de opening van de nieuwe doelkast, in 1970, kregen enkele jeugdleden het klaar, om al een gat in het dak te schieten vanaf de bovenkant van de doelkast voor deze was geopend!Hoe, dat is een lang verhaal....

De asbak (bron: redactie)

Na afloop van één van de vele oefenavonden bij Cunnen gingen de jongens een partijtje flipperen. Na enige tijd werd het idee geopperd om de kast van voren iets op te hogen, zodat het balletje niet zo gauw naar beneden zou glijden. Die mooie gloed nieuwe plastic Camel asbak kon best wel dienst doen, meende één van die kornuiten. Zo gezegd, zo gedaan. Alleen bleek de flipperkast toch wel iets aan de zware kant te zijn en vertoonde de asbak een prachtig gat. De asbak werd heel snel weer onder de kast vandaan gehaald. Het afgebroken stukje werd weer keurig netjes in de asbak geplaatst en de asbak belandde terug op de tafel. De eerste beste onschuldige roker, die zijn peuk in deze asbak uitdrukte, meldde de kastelein, dat die nieuwe asbakken toch van waardeloos materiaal waren gemaakt, want er zat nu al een gat in!

Met paard en wagen (bron: Lei Baetsen)

Op naar een concours te Ospel, na de oorlog ±1949/1950. Het paard van Roar Driek (Coenen) werd van stal gehaald. Op de vierwielige wagen werden eierkisten geladen en daarop balken gelegd, zodat de schutters MAKKELIJK konden zitten.